Rasstandaard

Een rasstandaard is een beschrijving van een (honden)ras waaraan een individueel lid van dat ras moet voldoen om het ideaalbeeld van het ras zo dicht mogelijk te benaderen.

De rasstandaard wordt opgesteld in het land van herkomst. Het land van herkomst is het land waar de hond van oorsprong vandaan komt. Een keurmeester gebruikt de standaard om te beoordelen in hoeverre individuele honden tijdens een tentoonstelling het ideaal benaderen. Afwijkingen van de raspunten worden gezien als fouten, al zal de ene afwijking zwaarder worden beoordeeld dan de andere.

FCI
De officiële rasvereniging stuurt de door hen gemaakte rasstandaard op naar de Europese Fédération Cynologique Internationale (FCI) en vervolgens wordt deze standaard door de FCI vastgesteld en in verschillende talen gepubliceerd. In landen die niet bij de FCI zijn aangesloten, zoals Engeland en de Verenigde Staten, kan een afwijkende standaard gebruikt worden. De FCI erkent slechts één officiële rasvereniging per ras.

Wat staat er in een standaard?
In het algemeen staat er in de rasstandaard een korte beschrijving van de geschiedenis en het oorspronkelijke gebruiksdoel van het ras. Idealiter moeten aard en uiterlijk van het ras in overeenstemming zijn met het gebruiksdoel, tenzij het duidelijk om een afgeleide vorm gaat, zoals een dwergras. In de praktijk zijn echter veel rassen al lang niet meer geschikt voor hun oorspronkelijk gebruiksdoel. En wat het uiterlijk betreft is het bijna altijd nodig geweest om een keuze te maken uit de vele vormen van het oorspronkelijke ras. Daarnaast hebben persoonlijke voorkeuren van individuele fokkers en keurmeester ervoor gezorgd dat veel rassen veel (extreme) uiterlijke veranderingen hebben ondergaan, vaak onder het motto van ‘verbetering van het ras’.

Algemeen gebruikte raspunten
De meeste rasstandaarden vermelden iets over de grootte van het ras, boven- en onderlijn, verhouding hoogte-lengte en borstomvang, maar ook gangwerk en hoekingen. Verder zullen vorm van benen/voeten, schedel, neus en gebit worden benoemd en plaatsing en vorm van ogen en oren. Als laatste zal de staart(dracht) worden genoemd en de vacht. Hierbij worden kleur, lengte en structuur expliciet genoemd. Als laatste wordt het gedrag, karakter en temperament beschreven waaraan een hond dient te voldoen. Fouten en afwijkingen worden benoemd in volgorde van ernst.

Beschrijvingen
Het overgrote deel van een rasstandaard bestaat uit een beschrijving van het exterieur. Maar hoe gedetailleerd de beschrijving ook is, het zal altijd zo blijven dat sommige zaken, zoals schofthoogte, meetbaar zijn en andere punten niet. De ronding van de schedel of de kwaliteit van het gangwerk zijn kwalitatieve zaken. Bij de beoordeling daarvan zullen smaak en ervaring van de keurmeester een belangrijke rol spelen. Dus ook deskundigen kunnen en zullen het niet in alle gevallen met elkaar eens zijn. Daarnaast geeft een rasstandaard ook een korte beschrijving van het gedrag van het ras. De indruk die de keurmeester krijgt van het karakter van de hond kan het eindoordeel beïnvloeden. Honden die zich (extreem) angstig of agressief gedragen kunnen gediskwalificeerd worden. Al hangt dit uiteraard ook sterk af van het ras. Zo zal men van een Kaukasische herder (met als oorspronkelijk gebruiksdoel waak- en verdedigingshond) niet verwachten dat die zich als een lief schoothondje gedraagt. Terwijl een Schotse herdershond die zich tijdens dezelfde show agressief gedraagt, wel gediskwalificeerd zal worden.

Fouten
Iedere afwijking van de vastgelegde raspunten is een fout, maar standaarden noemen meestal ook een aantal fouten waarop in het bijzonder gelet moet worden. Ook kunnen er uitsluitende fouten vermeld zijn, die altijd tot een negatief eindoordeel leiden, hoe goed de hond verder ook is. Zo kan een gebitsfout (ontbrekende gebitsdelen of een schaar- of tanggebit) altijd tot uitsluiting leiden. Bij een aantal rassen speelt naast de kwaliteit van de hond zelf ook model en/of kleur van de vacht een rol.

Subjectieve elementen
Bij het beoordelen van honden spelen altijd subjectieve elementen een rol, alsook bij de afweging van min- en pluspunten. In het verleden is wel eens geprobeerd te jureren met tabellen waarin voor ieder raspunt door de keurmeester uit een aantal waarden gekozen kon worden. Het eindoordeel is dan een kwestie van optellen en aftrekken. Dit systeem werd echter als een keurslijf ervaren en is al snel afgeschaft.

Bron: The Fédération Cynologique Internationale

Winkelwagen
Scroll naar boven