Geschiedenis

De oorsprong van het hoeden en drijven van vee met herdershonden gaat terug tot de 13e eeuw toen de herdershonden zich vanuit Spanje naar het noorden over het Europees continent verspreidden.

Daarmee zijn de herdershonden één van de oudste hondenrassen.
De collie van vandaag is afkomstig uit de Schotse Hooglanden met zijn ruige landschappen. De collie werd voornamelijk gebruikt als herdershond.  Net als toen, wordt hij gekenmerkt door zijn loyaliteit, onvermoeibaarheid en zelfstandigheid, waarmee hij zijn werk kon verrichten, vanwege zijn hoge niveau van intelligentie. Lichaamsbouw, grootte, vacht texturen en de kleuren varieerden toentertijd nog veel, de werkdrift van de collie was het belangrijkste.

In 1840 werd de eerste Collie Club in Engeland opgericht. Toen koningin Victoria eind 19de eeuw een langharige collie als huishond koos, werd de langhaarcollie erg populair en werd de scheiding tussen de kort- en de langhaarcollie een feit.

De herkomst van de naam is niet zeker. Historici denken dat de naam terug te voeren is op de naam ‘Scots Colley Dog’. De naam ‘colley’ betekent: zwart schaap.

De langhaar collie

De lijn van de langhaarcollie is voornamelijk beïnvloed door een hond genaamd ‘Old Cockie’, die werd geboren in 1867 en wiens sable-vacht in de huidige collie terug te vinden is.
Op 18 augustus 1875 werd Old Cockie op een veiling verkocht aan de heer G. Dean Tomlinson uit Birmingham, Engeland. Deze gebeurtenis bepaalde Old Cockie’s pensionering van de showring en als dekreu en hij leefde een leven van sereniteit tot aan zijn dood in augustus 1882.

 

 

 

 

“Old Cockie”, evenals zijn achter-achter kleinzoon “Metchley Wonder” geboren op 02-03-1886, en diens zoon “Christoper” geboren op 16-04-1887, worden beschouwd als de voorlopers van de hedendaagse collies.

 

Lang- en korthaar

De lijn van de langhaarcollie is voornamelijk beïnvloed door een hond genaamd ‘Old Cockie’, die werd geboren in 1867 en wiens sable-vacht in de huidige collie terug te vinden is.
De huidige langhaar- en korthaarcollie zijn terug te voeren naar een tricolour-hond genaamd ‘Trefoil’, die werd geboren in 1873. De langhaar collie was toen al uiterst populair, maar dit gold niet voor de korthaar collie. De korthaarcollie zou zijn uitgestorven als hij niet door de inspanningen van een aantal toegewijde fokkers was gered. In 1992 besloot de Britse Collie Club de langhaar en korthaar collie als apart ras te definiëren en combinaties hiervan niet langer toe te staan.

De langhaarcollie was een typische herdershond die werd ingezet in de hooglanden van Schotland om schapen te hoeden. De collie had geen natuurlijke vijanden, omdat in die tijd de wolf in Schotland al lang was uitgestorven. De langhaarcollie had, anders dan veel andere herder rassen in andere landen, dus geen bewakingsfunctie.

De korthaarcollie werd voornamelijk in de laaglanden als een drijver voor koeien gebruikt. Bij het drijven van de koeien naar de markt had de hond ook de functie de kudde en zijn baas te beschermen tegen overvallen door bandieten. Dit heeft ervoor gezorgd dat het temperament van een korthaarcollie wat feller is dan dat van zijn meer gemoedelijke langhaarneef.

Andere rassen

De Schotse herdershond is ook gebruikt om in andere rassen te kruisen. Zo is de collie onder meer stamvader van de Australische Shepherd veedrijvershond en is met de inheemse kleine herdershond van de Shetland Eilanden gekruist, wat heeft geresulteerd in de huidige sheltie. De Schotse Herder (Collie) wordt beschouwd als een voorouder van de Sheltie (Shetland Sheepdog). Hoewel de Sheltie niet direct van het ras afstamt, delen de twee honden wel dezelfde voorouders en heeft de Sheltie zich op de Shetlandeilanden ontwikkeld uit kruisingen van de Collie en andere rassen, waaronder de Groenlandse Yakki en de King Charles Spaniel. 
Om de Schotse herder een eleganter uiterlijk te geven, is men rond 1930 de collie gaan kruisen met de barzoi. De oorspronkelijke collie was zwart-wit of bruin-wit. Om de zo gewenste rode (sable) kleur te krijgen, is er in dezelfde periode de Engelse setter in gefokt.

Naar Amerika

Rond 1880 kwamen de eerste collies op het Amerikaanse continent. In 1886 werd de Collie Club of America opgericht, onder de overkoepelende American Kennel Club (AKC), deze werd opgericht in 1884.
Het populaire ras werd steeds populairder door de beroemde collie boeken van Albert Payson Terhune.  Rond 1943 begon de “Lassie” gekte met de beroemde film “Lassie Comes Home” met de destijds 10-jarige Elisabeth Taylor.  Daarna volgden diverse films en zelfs televisieseries. Helaas was het ras hierdoor ook een lange tijd een mode hond. De populariteit van het ras was ineens zo groot, dat reusachtige bedragen geboden werden voor de beste honden. Dit is de gezondheid van het ras niet ten goede gekomen. Gelukkig hebben goede fokkers en een streng fokbeleid in de jaren ’70 en ’80 ervoor gezorgd dat het ras weer helemaal is teruggekomen.

Het Engelse en het Amerikaanse Type

Met het Engelse type collie die in Europa verbleven, kwam er in de 20e eeuw een nieuwe trend die het uiterlijk aanzienlijk veranderde. De ogen werden kleiner en smaller, de hoofden werden met meer stop gefokt (de stop is het middelpunt tussen de binnenste ooghoeken, wat het midden is van een correct geplaatste stop) en de vacht werd veel weelderiger. De rug werd wat korter, maar nog steeds in verhouding met het lichaam, en ze werden kleiner van hoogte.

Het Amerikaanse type collie is een grotere hond die wat grover is, maar nog steeds een wigvormig hoofd heeft met expressieve amandelvormige ogen, de rug is een klein beetje lang in verhouding tot de hoogte en een vacht die veel kan zijn maar absoluut niet weelderig.

Afbeeldingen eigendom Schotse Herder Vrienden.

Winkelwagen
Scroll naar boven